Responsive image

5. SLOTBEPALINGEN

Download de app voor meer functionaliteit.

5. SLOTBEPALINGEN

93. De Commissie past deze mededeling toe met ingang van 19 maart 2020, gelet op de economische gevolgen van de COVID‐19-uitbraak, die onmiddellijke actie vereisten. Deze mededeling wordt gerechtvaardigd door de huidige uitzonderlijke omstandigheden en zal niet worden toegepast na 30 juni 2021, met uitzondering van punt 3.11, dat niet zal worden toegepast na 30 september 2021. De Commissie zal alle punten van deze mededeling vóór 30 juni 2021 herzien op basis van belangrijke overwegingen op economisch gebied of op het gebied van het mededingingsbeleid. Waar nuttig kan de Commissie ook de door haar gevolgde benadering van bepaalde vraagstukken verder verduidelijken.

94. De Commissie past de bepalingen van deze mededeling toe op alle relevante aangemelde maatregelen vanaf 19 maart 2020, zelfs indien de maatregelen reeds vóór die datum waren aangemeld.

95. Overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende de vaststelling van de toepasselijke regels voor de beoordeling van onrechtmatig verleende staatssteun ( 86 ) past de Commissie de volgende regels toe op niet-aangemelde steun:

a. deze mededeling, indien de steun na 1 februari 2020 werd verleend;

b. de regels die van toepassing waren toen de steun werd verleend, in alle overige gevallen.

96. De Commissie draagt, in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaten, zorg voor een snelle besluitvorming na heldere en volledige aanmelding van maatregelen die onder deze mededeling vallen. De lidstaten moeten de Commissie van hun voornemens in kennis stellen en hun plannen om dergelijke maatregelen in te voeren zo snel en volledig mogelijk aanmelden. De Commissie zal de lidstaten in dit proces advies en bijstand verstrekken.

( 1 ) Dergelijke steun kan door de lidstaten worden aangemeld en de Commissie zal deze overeenkomstig artikel 107, lid 2, onder b), VWEU beoordelen.

( 2 ) PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190.

( 3 ) PB L 225 van 30.7.2014, artikel 3, lid 1, punt 29, van de GAM-verordening.

( 4 ) Mededeling van de Commissie – De herkapitalisatie van financiële instellingen in de huidige financiële crisis: beperking van steun tot het noodzakelijke minimum en bescherming tegen buitensporige mededingingverstoringen (“de herkapitalisatiemededeling”) (PB C 10 van 15.1.2009, blz. 2), mededeling van de Commissie betreffende de behandeling van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa in de communautaire banksector (“de mededeling probleemactiva”), (PB C 72 van 26.3.2009, blz. 1), mededeling van de Commissie betreffende het herstel van de levensvatbaarheid en de beoordeling van de herstructureringsmaatregelen in de financiële sector in de huidige crisis met inachtneming van de staatssteunregels (“de herstructureringsmededeling”) (PB C 195 van 19.8.2009, blz. 9), mededeling van de Commissie betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2011 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis (“de verlengingsmededeling van 2010”) (PB C 329 van 7.12.2010, blz. 7), mededeling van de Commissie betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2012 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis (“de verlengingsmededeling van 2011) (PB C 356 van 6.12.2011, blz. 7), mededeling van de Commissie betreffende de toepassing vanaf 1 augustus 2013 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis (“de bankenmededeling van 2013”) (PB C 216 van 30.7.2013, blz. 1).

( 5 ) Maatregelen ter ondersteuning van kredietinstellingen of andere financiële instellingen die staatssteun vormen in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, die niet onder deze mededeling noch onder artikel 107, lid 2, onder b), VWEU vallen, moeten bij de Commissie worden aangemeld en zullen worden beoordeeld in het kader van de staatssteunregels voor de banksector.

( 6 ) Mededeling van de Commissie betreffende de toepassing vanaf 1 augustus 2013 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis (PB C 216 van 30.7.2013, blz. 1).

( 7 ) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Europese Centrale Bank, de Europese Investeringsbank en de Eurogroep – Gecoördineerde economische respons op de uitbraak van Covid-19, COM(2020) 112 final van 13 maart 2020.

( 8 ) Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 156.2014, blz. 1); Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1), en Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 369 van 24.12.2014, blz. 37).

( 9 ) Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PB C 249 van 31.7.2014, blz. 1). De Commissie heeft een aantal regelingen toegestaan in negen verschillende lidstaten.

( 10 ) Zie bijvoorbeeld de Deense compensatieregeling voor de annulering van evenementen in verband met COVID-19 (Besluit van de Commissie SA. 56685),

https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases1/202011/285054_2139535_70_2.pdf.

( 11 ) Zie punt 3.6.1 van de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun.

( 12 ) Een indicatieve, niet-exhaustieve lijst van besluiten van de Commissie betreffende op grond van artikel 107, lid 2, onder b), VWEU, goedgekeurde steunmaatregelen is beschikbaar op https://ec.europa.eu/competition/state_aid/what_is_new/covid_19.html

( 13 ) Zie bijvoorbeeld het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 voor wat betreft de tijdelijke ontheffing van de regels voor slotgebruik op communautaire luchthavens als gevolg van de COVID-19-pandemie, COM/2020/818 final.

( 14 ) Deze beoordeling kan worden gekwalificeerd wanneer de onderneming de wettelijke verplichting heeft de betrokken diensten of goederen te blijven leveren..

( 15 ) Gevoegde zaken T-132/96 en T-143/96, Freistaat Sachsen, Volkswagen AG en Volkswagen Sachsen GmbH/Commissie, ECLI:EU:T:1999:326, punt 167.

( 16 ) Beschikking 98/490/EG van de Commissie in zaak C 47/96, Crédit Lyonnais (PB L 221 van 8.8.1998, blz. 28), punt 10.1; Beschikking 2005/345/EG van de Commissie in zaak C 28/02, Bankgesellschaft Berlin (PB L 116 van 4.5.2005, blz. 1), punten 153 en volgende; en Beschikking 2008/263/EG van de Commissie in zaak C 50/06, BAWAG (PB L 83 van 26.3.2008, blz. 7), punt 166. Zie besluit van de Commissie in zaak NN 70/07, Northern Rock (PB C 43 van 16.2.2008, blz. 1), besluit van de Commissie in zaak NN 25/08, Reddingssteun aan Risikoabschirmung WestLB (PB C 189 van 26.7.2008, blz. 3), beschikking van de Commissie van 4 juni 2008 in staatssteunzaak C 9/08 SachsenLB (PB L 104 van 24.4.2009, blz. 34) en besluit van de Commissie in zaak SA.32544 (2011/C) Herstructurering van TRAINOSE S.A. (PB L 186 van 24.7.2018, blz. 25).

( 17 ) Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de‐minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 1); Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de‐minimissteun in de landbouwsector (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 9); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de‐minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 45), en Verordening (EU) nr. 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de‐minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PB L 114 van 26.4.2012, blz. 8).

( 18 ) Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (“de algemene groepsvrijstellingsverordening”); Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1), en Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 369 van 24.12.2014, blz. 37).

( 19 ) Steun die wordt verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die vóór 31 december 2021 wordt terugbetaald, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond wordt overschreden.

( 20 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 26.6.2014, blz. 1). Wanneer in deze tijdelijke kaderregeling wordt verwezen naar de definitie van “onderneming in moeilijkheden” in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014, moet dit ook worden gelezen als een verwijzing naar de definities in respectievelijk artikel 2, punt 14, van Verordening (EU) nr. 702/2014 en artikel 3, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1388/2014.

( 21 ) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 22 ) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 23 ) Indien de steun in de vorm van een belastingvoordeel wordt toegekend, moet de belastingverplichting waarvoor dat voordeel wordt toegekend, uiterlijk 31 december 2021 zijn ontstaan.

( 24 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punten 6 en 7, van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1).

( 25 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 45).

( 26 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1).

( 27 ) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die vóór 31 december 2021 wordt terugbetaald, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.

( 28 ) Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 28.6.2014, blz. 45).

( 29 ) Voor de toepassing van dit punt omvat de term “overheidsgaranties op leningen” ook garanties op bepaalde factoringproducten, namelijk garanties op recourse factoring en reverse factoring waarbij de factor een regresrecht heeft op de factoree. In aanmerking komende reverse-factoringproducten moeten beperkt blijven tot producten die alleen worden gebruikt nadat de verkoper zijn deel van de transactie reeds heeft geleverd, d.w.z. het product of de dienst is geleverd.

( 30 ) Zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

( 31 ) Het liquiditeitsplan kan zowel werkkapitaal als investeringskosten omvatten.

( 32 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 26.6.2014, blz. 1).

( 33 ) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 34 ) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 35 ) Voor alle duidelijkheid betekent het weglaten van punt 25, onder f), ii), dat garanties voor eerste verliezen op schuldinstrumenten, die in het geval van insolventieprocedures achtergesteld zijn ten opzichte van gewone senior crediteuren, niet onder dit punt vallen.

( 36 ) Indien couponbetalingen worden gekapitaliseerd, moet daarmee rekening worden gehouden bij het bepalen van deze plafonds, op voorwaarde dat die kapitalisatie bij de aanmelding van de maatregel gepland was of te voorzien viel. Ook alle andere staatssteun die in de vorm van achtergestelde schuld wordt toegekend in het kader van de COVID-19-uitbraak, zelfs buiten het kader van deze mededeling, moet in die berekening worden meegeteld. Achtergestelde schuld die met inachtneming van punt 3.1 van deze mededeling is toegekend, telt voor die plafonds evenwel niet mee.

( 37 ) Behalve indien die steun aan de voorwaarden van punt 3.1 van deze mededeling voldoet.

( 38 ) Basispercentages berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6) en gepubliceerd op de website van DG Concurrentie op https://ec.europa.eu/competition/state_aid/legislation/reference_rates.html

( 39 ) De minimale all-in rentevoet (basispercentage vermeerderd met de kredietrisico-opslagen) voor kmo’s en grote ondernemingen moet ten minste 10 basispunten per jaar bedragen.

( 40 ) De minimale all-in rentevoet (basispercentage vermeerderd met de kredietrisico-opslagen) moet ten minste 10 basispunten per jaar bedragen.

( 41 ) Zoals gedefinieerd in bijlage I bij de algemene groepsvrijstellingsverordening.

( 42 ) Het liquiditeitsplan kan zowel werkkapitaal als investeringskosten omvatten.

( 43 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 26.6.2014, blz. 1).

( 44 ) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 45 ) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 46 ) Indien couponbetalingen worden gekapitaliseerd, moet daarmee rekening worden gehouden bij het bepalen van deze plafonds, op voorwaarde dat die kapitalisatie bij de aanmelding van de maatregel gepland was of te voorzien viel. Ook alle andere staatssteun die in de vorm van achtergestelde schuld wordt toegekend in het kader van de COVID-19-uitbraak, zelfs buiten het kader van deze mededeling, moet in die berekening worden meegeteld. Achtergestelde schuld die met inachtneming van punt 3.1 van deze mededeling is toegekend, telt voor die plafonds evenwel niet mee.

( 47 ) Zie punt 6 van deze tijdelijke kaderregeling.

( 48 ) Voor COVID-19 en andere virussen relevant onderzoek omvat onderzoek naar vaccins, geneesmiddelen en behandelingen, medische hulpmiddelen en ziekenhuis- en medische apparatuur, desinfecteermiddelen en beschermende kleding en beschermingsmiddelen, en onderzoek naar relevante procesinnovaties voor een efficiënte productie van de nodige producten.

( 49 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punten 84, 85 en 86, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 26.6.2014, blz. 1).

( 50 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 26.6.2014, blz. 1).

( 51 ) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 52 ) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 53 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 26.6.2014, blz. 1).

( 54 ) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 55 ) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 56 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

( 57 ) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 58 ) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 59 ) Zie ook punt 118 van de mededeling van de Commissie over het begrip “staatssteun” in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 262 van 19.7.2016, blz. 1).

( 60 ) Zie, per analogiam, besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel SA.49554 — Cyprus — Cypriotische regeling voor niet-renderende leningen met hoofdverblijven als zekerheid (Estia), punt 73, en besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel SA.53520 — Griekenland — Beschermingsregeling hoofdverblijven, punt 71.

( 61 ) Zie punt 6 van deze mededeling.

( 62 ) De mogelijkheid om steun te bieden in de vorm van eigenvermogens- en/of hybride kapitaalinstrumenten, maar voor veel lagere nominale bedragen, wordt al geboden onder de voorwaarden die in punt 3.1 van deze mededeling zijn vastgesteld.

( 63 ) Zoals uiteengezet in punt 16 van de mededeling, blijft aanmelding van een alternatieve aanpak mogelijk op grond van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU.

( 64 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

( 65 ) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 66 ) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 67 ) Hybride kapitaalinstrumenten zijn instrumenten die zowel kenmerken van schuld als kenmerken van eigen vermogen hebben. Converteerbare obligaties worden bijvoorbeeld als obligaties vergoed totdat zij in eigen vermogen worden omgezet. De beoordeling van de totale vergoeding voor hybride kapitaalinstrumenten hangt dus enerzijds af van hun vergoeding zolang zij op schuld lijkende instrumenten zijn, en anderzijds van de voorwaarden waarop zij in op eigen vermogen lijkende instrumenten kunnen worden omgezet.

( 68 ) Voor de toepassing van dit punt 3.11.4 moeten hybride instrumenten die door de Staat zijn toegekend, als eigen vermogen worden geteld.

( 69 ) Extra aandelen kunnen bijvoorbeeld worden toegekend door middel van de uitgifte van converteerbare obligaties op de datum van de herkapitalisatie, die op de datum van activering van het verhogingsmechanisme in eigen vermogen zullen worden omgezet.

( 70 ) Bijvoorbeeld indien de vergoeding oploopt door aan de Staat extra aandelen toe te kennen. Als de deelneming van de Staat in een begunstigde 40 % bedraagt als gevolg van zijn kapitaalinjectie, en als de Staat zijn deelneming niet vóór de vereiste datum verkoopt, moet de deelneming van de Staat met ten minste 0,1 × 40 % = 4 % toenemen tot 44 % vier jaar na de COVID‐19-eigenvermogensinjectie, en tot 48 % zes jaar na de COVID‐19-eigenvermogensinjectie, met een overeenkomstige verwatering van de belangen van de andere aandeelhouders tot gevolg.

( 71 ) De verhoging met 200 basispunten is niet van toepassing in jaar 8 en daarna.

( 72 ) Voorbeeld: vóór de herkapitalisatie bezit de Staat 50 % van de begunstigde onderneming. Na de COVID-19-herkapitalisatie bezit de Staat 90 % van de onderneming (10 % daarvan heeft betrekking op aandelen in staatsbezit van vóór COVID-19 en 80 % heeft betrekking op COVID-19-aandelen). Twee jaar na de COVID-19-herkapitalisatie verkoopt de Staat 40 % van de onderneming (overeenkomend met 50 % van de COVID-19-aandelen) via een concurrerende procedure aan particuliere investeerders (voor een positieve marktwaarde), met toepassing van punt 64 ter, onder b)). De Staat behoudt het resterende deel op grond van punt 64 ter, onder a). De verkoop is vergelijkbaar met een onafhankelijke waardering van de onderneming. De Staat wordt geacht de COVID-19-herkapitalisatie te hebben afgelost aangezien het deel COVID-19-aandelen dat hij behoudt, zijn deelneming herstelt tot het niveau van vóór COVID-19, namelijk 50 %, en gelijkwaardig is aan een uitoefening door de Staat van zijn voorkeursrecht uit hoofde van punt 64. Als de marktprijs van het COVID-19-eigen vermogen lager ligt dan de in punt 63 vastgestelde minimumprijs, blijven de in punt 3.11.6 vastgestelde governanceregels nog twee jaar van toepassing.

( 73 ) Basispercentages berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6) en gepubliceerd op de website van DG Concurrentie op https://ec.europa.eu/competition/state_aid/legislation/reference_rates.html

( 74 ) Voor de toepassing van dit punt 3.11.7 moeten hybride instrumenten die door de Staat zijn toegekend, als eigen vermogen worden geteld.

( 75 ) De referentieperiode is een periode in 2019 ongeacht of de subsidiabele periode in 2020 dan wel in 2021 ligt.

( 76 ) Voor de toepassing van dit punt hebben de kosten betrekking op vaste en variabele kosten: de vaste kosten worden gemaakt onafhankelijk van het niveau van de output, terwijl de variabele kosten afhankelijk zijn van het niveau van de output.

( 77 ) Eenmalige bijzonderewaardeverminderingsverliezen zijn niet opgenomen in de berekening van de verliezen in het kader van deze bepaling.

( 78 ) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

( 79 ) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 80 ) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend.

( 81 ) Hiermee wordt de informatie bedoeld die wordt gevraagd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 en in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie. Voor terugbetaalbare voorschotten, garanties, leningen, achtergestelde leningen en andere vormen van steun moet de nominale waarde van het onderliggende instrument per begunstigde worden opgegeven. Voor belastingvoordelen en betalingsregelingen mag het steunbedrag van de individuele steunmaatregel binnen bandbreedtes worden gegeven.

( 82 ) Hiermee wordt de informatie bedoeld die wordt gevraagd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie en in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014. Voor terugbetaalbare voorschotten, garanties, leningen, achtergestelde leningen en andere vormen van steun moet de nominale waarde van het onderliggende instrument per begunstigde worden opgegeven. Voor belastingvoordelen en betalingsregelingen mag het steunbedrag van de individuele steunmaatregel binnen bandbreedtes worden gegeven.

( 83 ) De publieke zoekpagina “State Aid Transparency” geeft toegang tot gegevens over individuele steunverleningen die lidstaten hebben verstrekt om te voldoen aan de Europese eisen inzake transparantie over staatssteun. Deze zijn te vinden op: https://webgate.ec.europa.eu/competition/transparency/public?lang=nl

( 84 ) Hiermee wordt de informatie bedoeld die wordt gevraagd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie en in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014.

( 85 ) PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.

( 86 ) PB C 119 van 22.5.2002, blz. 22.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.